
Als de term hoogbegaafdheid valt, zie je mensen vaak welwillend knikken, terwijl diezelfde mensen beginnen te fronsen als je vertelt dat je autisme hebt. Om hoogbegaafdheid hangt een aureool van succes door intelligentie, om autisme het idee van mislukking door uitval op sociaal gebied. Terwijl hoogbegaafdheid zoveel meer omvat dan alleen een hoog IQ en autisme ook talenten met zich meebrengt. ASS en HB: het lijken compleet andere werelden. Toch hebben deze twee begrippen meer gemeen dan je op het eerste gezicht zou zeggen: beide kunnen iemands leven behoorlijk gecompliceerd maken.
Net zoals het diagnosetraject ook gecompliceerd kan zijn vanwege de overlap in gedragsuitingen. Het gedrag van iemand met autisme kan erg lijken op dat van een hoogbegaafd persoon. Aangezien het belangrijk is dat de puzzel correct wordt gelegd in verband met passende hulpverlening, heeft Annelies Spek van het Autisme Expertise Centrum een whitepaper ASS en/of hoogbegaafdheid opgesteld: een document waarin ze inzoomt op de overeenkomsten en verschillen tussen autisme en hoogbegaafdheid. In dit artikel zal ik een aantal van deze punten bespreken.
10 overeenkomsten en verschillen tussen autisme en hoogbegaafdheid
- Een overeenkomst tussen HB’ers en ASS’ers is dat ze zich vaak anders voelen dan hun omgeving. Al verschilt volgens Annelies Spek de reden hiervoor: een ASS’er voelt zich anders omdat hij zijn omgeving niet begrijpt, een HB’er voelt zich anders als hij geen aansluiting ervaart met zijn gesprekspartner, bijvoorbeeld bij oppervlakkige gesprekken of gebrek aan diepgang. Als een HB’er echter onder gelijkgestemden is, voelt hij wel een connectie. In zo’n geval kost het contact hem weinig energie, terwijl contact met andere mensen ASS’ers altijd energie blijft kosten.
- Oogcontact kan een uitdaging zijn voor zowel HB’ers als ASS’ers, in beide gevallen omdat ze overweldigd zijn door alle prikkels die ze waarnemen. Een HB’er zal echter weer normaal oogcontact maken als hij zich op zijn gemak voelt in een gesprek, terwijl oogcontact voor een ASS’er altijd een heikel punt zal blijven.
- Verder kunnen ASS’ers en HB’ers beiden doorslaan in het analyseren van situaties en het contact met de ander. Ze blijven denken over wat er is gezegd en waarom. Over het algemeen zijn HB’ers accurater in hun analyse, omdat zij mensen vaak beter aanvoelen dan ASS’ers.
- Op het gebied van non-verbale communicatie reageren HB’ers en ASS’ers tegenovergesteld: HB’ers zijn zeer gevoelig voor non-verbale signalen en zeer bedreven in tussen de regels door lezen, terwijl ASS’ers vaak moeite hebben met deze ongeschreven communicatieregels. Overigens kunnen HB’ers en ASS’ers beiden zelf minder goed leesbaar zijn. Dit komt omdat ASS’ers de door de ander uitgezonden signalen niet begrijpen, terwijl HB’ers geneigd zijn een masker op te zetten als ze zich onveilig voelen in een gesprek.
- Een volgend verschil is dat HB’ers andere mensen over het algemeen goed aanvoelen, dat ze bijvoorbeeld weten hoe ze iemand kunnen troosten, en dat zich eerder te veel richten op hoe de ander zich voelt, terwijl ASS’ers vaker een onvermogen ervaren om zich in de ander te verplaatsen en de plank soms misslaan als ze iemand proberen te troosten. Daardoor kan een HB’er zich meestal makkelijker aanpassen aan zijn gesprekspartner, terwijl een ASS’er over het algemeen meer moeite heeft om af te stemmen op de ander.
- Een overeenkomst is dat veranderingen een uitdaging kunnen vormen voor zowel ASS’ers als HB’ers. Ook hierbij verschilt volgens Spek de reden: HB’ers vinden verandering lastig omdat ze geneigd zijn ver vooruit te denken en problemen proberen te doorzien, waardoor ze zich angstig kunnen voelen als ze blijven malen over alles wat mis kan gaan. Een ASS’er heeft moeite met veranderingen, omdat hij angst heeft voor het onbekende en omdat hij beperkt is in zijn flexibiliteit.
- Een verschil is dat rituelen ASS’ers rustig kunnen maken, terwijl herhaling HB’ers eerder zal vervelen; zij houden meer van afwisseling. Toch kunnen zowel ASS’ers als HB’ers vasthouden aan een bepaalde routine, al zal een ASS’er dit eerder doen uit angst voor het onbekende, terwijl een HB’er handelingen in dezelfde volgorde uitvoert omdat hij nu eenmaal proefondervindelijk heeft vastgesteld dat dit de beste manier is om iets te doen.
- Gefixeerde interesses zijn nog iets wat ASS’ers en HB’ers delen: beiden hebben vaak een grote feitenkennis over een onderwerp van hun belangstelling. Al zal een HB’er zich in het dagelijks leven niet snel door zijn interesses laten belemmeren, terwijl een ASS’er hier volledig door geabsorbeerd kan raken, waardoor hij geen oog meer heeft voor de wereld om hem heen. Daarnaast komt de interesse van een HB’er voort uit een intrinsieke leerhonger, een van de hoofdkenmerken van hoogbegaafdheid, terwijl interesses van ASS’ers ontstaan uit een diepgaande fascinatie voor een bepaald onderwerp of als een manier om orde te scheppen in de chaos van het leven.
- HB’ers als ASS’ers kunnen beiden door hun interesses over hun eigen grenzen gaan, als ze bijvoorbeeld vergeten te eten of te laat naar bed gaan, maar ASS’er zullen ook eerder over de grenzen gaan van andere mensen, bijvoorbeeld doordat ze afspraken vergeten, terwijl HB’ers de grenzen van de ander meestal wel herkennen.
- En als laatste – en naar mijn mening belangrijkste – overeenkomst: HB’ers en ASS’ers kunnen beiden enorm prikkelgevoelig zijn en sterk reageren op externe prikkels. Hun zintuigen staan op scherp, waardoor veel informatie binnenkomt, wat kan leiden tot vermoeidheid of zelfs uitputting. Volgens Annelies Spek zijn ASS’ers wel vaak minder gevoelig voor interne prikkels zoals honger of dorst en sfeer of emoties, terwijl HB’ers zowel door interne als externe prikkels overweldigd kunnen raken.
Bovenstaande opsomming is niet compleet, in de whitepaper over hoogbegaafdheid en autisme op de website van Annelies Spek kun je het volledige verslag lezen van alle overeenkomsten en verschillen tussen deze twee diagnoses (al is hoogbegaafdheid officieel geen diagnose, maar dat even terzijde).
Brandende lampjes en knipperende gevarenlichten
Ik heb deze whitepaper met interesse gelezen, want hoewel ik officieel alleen de diagnose autisme heb gekregen, is de term hoogbegaafdheid ook vaak voorbijgekomen in gesprekken met hulpverleners, en ik herken veel eigenschappen van beide diagnoses. Toen ik deze whitepaper las, gingen dan ook allerlei lampjes branden, al waren sommige eerder knipperende gevarenlichten.
Zo schoot ik direct in de verdediging toen ik las dat mensen met autisme moeite hebben om zich gevoelsmatig in een ander te verplaatsen. Dat geldt ongetwijfeld voor veel autisten, maar niet voor iedereen, en het is niet zeker dat deze eigenschap een directe oorzaak is van autisme.
Nog niet zo lang geleden hebben onderzoekers namelijk aangetoond dat een andere conditie ten grondslag ligt aan de problemen die mensen hebben met het herkennen van emoties en daar passend op reageren, namelijk alexithymie, ook wel emotieblindheid genoemd. Deze conditie kan voorkomen bij mensen met autisme, maar ook bij mensen zonder autisme. Die vanzelfsprekende koppeling tussen autisme en problemen met emoties blijkt dus helemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn.
Haperend versus gefinetuned aanpassingsvermogen
Als belangrijkste verschil tussen beide groepen wordt de ontwikkeling van het aanpassingsvermogen genoemd: bij HB’ers is dit beter gefinetuned dan bij ASS’ers, wat onder meer tot gevolg heeft dat hoogbegaafden zich beter kunnen afstemmen op hun gesprekspartner en dat ze minder moeite hebben met veranderingen dan autisten.
Ik denk echter dat leeftijd ook een grote rol speelt bij het vermogen om af te stemmen op de ander: bij kinderen met ASS is dat aanpassingsvermogen waarschijnlijk inderdaad minder goed ontwikkeld dan bij kinderen zonder autisme, maar naarmate iemand meer levenservaring opdoet, wordt het verschil kleiner. Dat is in elk geval mijn persoonlijke ervaring, zowel bij mezelf als bij mijn kinderen heb ik gemerkt dat grote sociale blunders beduidend minder vaak voorkomen naarmate je meer vergelijkingsmateriaal hebt opgeslagen in je interne database.
Co-morbiditeit
Naast het benoemen van gedragskenmerken van autisme en hoogbegaafdheid afzonderlijk om onderscheid te kunnen maken tussen beide diagnoses, beschrijft deze whitepaper ook welk gedrag je ziet bij mensen die een combinatie hebben van beide. Het is namelijk niet zo dat het een het ander uitsluit: autisme en hoogbegaafdheid kunnen beide tegelijkertijd voorkomen bij één persoon. En al is die combinatie eerder uitzondering dan regel, het komt vaker voor dan je denkt, Bill Gates en Albert Einstein staan niet alleen.
Als iemand zowel autistisch als hoogbegaafd is, zie je vaak specifieke struikelblokken. Zo schrijft Spek dat iemand vanwege de intrinsieke leerhonger die samenhangt met zijn hoogbegaafdheid, de behoefte kan voelen om nieuwe ervaringen op te doen, terwijl hij door zijn autisme alles hetzelfde wil houden.
Daar herken ik mezelf wel in: aan de ene kant honger ik naar nieuwe prikkels en intellectuele uitdaging, aan de andere kant heb ik door mijn hoge prikkelgevoeligheid behoefte aan routine en vastigheid. Die twee behoeftes wringen en soms beland ik daardoor in een spagaat.
Tegelijkertijd realiseer ik me dat de combinatie van ASS en HB niet alleen voor problemen zorgt, maar dat hoogbegaafdheid ook een compenserende factor kan zijn bij autisme: als je dingen niet van nature aanvoelt of weet, kun je ze wel aanleren door ze te beredeneren. Al kan dat ook een valkuil zijn: over-analyseren kan een rechtstreeks ticket zijn naar een burn-out.
Tot slot wil ik in reactie op de zeer uitgebreide lijst gedragskenmerken die in deze whitepaper staan nogmaals aanstippen dat dé autist niet bestaat, net zomin als dé hoogbegaafde, niemand vertoont alle kenmerken van de lijst. Maar ik ben blij met deze whitepaper omdat dit uitgebreide overzicht behandelaars kan helpen om de diagnosepuzzel correct te leggen, waardoor de kans groter wordt dat iemand de juiste diagnose krijgt, en daardoor passende begeleiding vindt, die oog heeft voor de uitdagingen waar je als autist en/of hoogbegaafde tegenaan loopt, maar die vooral inzet op het versterken van je talenten. Want dat is de sleutel naar een fijner leven.
Geef een reactie